Persbericht verklaring Sportharmonisatie Wethouder Leijendekkers

Onderstaand de Verklaring van college en wethouder Leijendekkers inzake agendapunt 10 ‘Sportharmonisatie’ op de agenda van de gemeenteraad d.d. 21 februari 2018.




Beste raad,

Een deel van u doet het verzoek om het harmonisatiebesluit terug te draaien. Ik ga proberen dit te begrijpen. Ik stel vast dat we in het harmonisatietraject in januari 2017 een besluit hebben genomen. Volgens dit besluit wordt nu in 2018 gewerkt aan een eerste kleine stap naar meer gelijkheid tussen Bodegraafse en Reeuwijks clubs. Met meerdere kleine stapjes werken we zo toe naar 2021, waarmee dán pas alle clubs gelijk behandeld kunnen worden.

U weet dat er dan, in 2021, een open speelveld is met vrijvallende contracten gemeentebreed. Een sportvisie is in de maak, waarmee we de komende 3 jaar de planontwikkeling doen om te kijken naar de vóór ons liggende toekomst, waarin buiten- én binnensport, zorg én gezondheid mooie kansen bieden voor een gezond beweeg- en sportklimaat. Hoe deze ontwikkelingen en de nieuw af te sluiten contracten na 2021 eruit gaan zien, kan ik niet op vooruitlopen, maar met positieve energie en een groot sporthart kijk ik uit naar goede uitkomsten, vanuit een gelijkwaardige situatie van clubs.

De gelijkwaardige situatie, met solidariteit en gelijke behandeling waar uw raad unaniem het besluit toe heeft genomen in 2015, met wederom unaniem een besluit over vastgestelde kaders. Omdat toen de ongelijkheid al bijna vijf jaar voortduurde. Ik stel ook vast dat er geen nieuwe feiten zijn, die grondslag zouden kunnen zijn om terug te komen op de oorspronkelijke kaders.

Toch ben ik dankbaar dat u vanavond dit onderwerp agendeert, omdat het mij vooral de mogelijkheid geeft om e.e.a. te verhelderen aan bijvoorbeeld een sportcommentator en een bestuurder uit Reeuwijk. Mensen die niet in gesprek willen, die hun eigen mening willen verkondigen zonder bestuurlijk wederhoor. Verenigingen zijn allen individueel behandeld en als er al te weinig gesprek plaatsvond, lag dat zeker niet aan de gemeente.

De ingebrekestelling Groene Zoom is een andere kwestie. Deze staat los van het harmonisatietraject. U weet dat alle clubs medio 2014 een contractopzegging hebben gehad, teneinde nieuwe contracten af te spreken. Ook Groene Zoom wist van de opzegging, maar maken dankbaar gebruik van het één dag te laat binnen komen van de opzeggingsbrief en hebben door dit te juridiseren een automatische 10-jarige contractverlenging geëist op de oude voorwaarden uit 2005. (Toen was er nog een andere wereld) De gemeente maakt aan hen gewoon de oude bedragen over. We gaan liever niet met een club naar de rechter. De lijn van het college is om niet te procederen tegen inwoners, bedrijven en dus ook niet tegen eigen verenigingen.

De 10% besparing, die in 2014 (via een gemeenteraadsbesluit!) is afgesproken met alle contract- en subsidiepartners, waaronder culturele verenigingen en dus ook de sportclubs, is destijds door iedereen geaccepteerd en doorgevoerd. Het waren financieel moeilijke tijden. Deze 10% wil de Groene Zoom, als enige club, nu ook terugvorderen van de gemeente. Dit tevens met een juridisch proces. Ik zei u al dat het college liever geen juridische processen met clubs wil aangaan, dus wij hebben de stichting én de clubs die onder de stichting Groene Zoom hangen, uitgenodigd voor een gesprek. Geprikte data zijn eerder afgezegd, maar wij verwachten dat eerdaags een gesprek gaat plaatshebben. De gemeente is altijd blijven meewerken aan het verbeteren van de condities op en rond alle velden en ook de Groene Zoom- velden (denk aan de nieuwe kurk-infill), waaruit blijkt dat dit college én deze wethouder een groot hart voor de sport hebben.

Terug naar het onderwerp van deze behandeling.
Het terugdraaien van enig besluit is met mijn uitleg van zojuist, geen aanleiding toe.

Ik zal ingaan op het A4-tje met de bedoelde onderbouwing van de VVD, GL en PvdA, vooral ook omdat er onwaarheden staan.

Er staat: “Het harmonisatievoorstel bleek alleen de Reeuwijkse clubs te betreffen.”

Dit is genoegzaam bekend. In januari 2017 is uitgebreid uitleg gegeven op dezelfde vraag. De Bodegraafse clubs hebben een contract via de BSV tot 2021, en de BSV heeft zijn zaken keurig op orde. Geen reden om dit contract tussen de gemeente en de BSV open te breken.

“Hiertegen hebben alle clubs geprotesteerd.”

Geen idee wat u daarmee bedoelt. De Bodegraafse clubs hebben destijds zich geroerd, want zij zagen transparant wat er voor gelden naar de andere clubs gingen en voelden zich zeg maar, behoorlijk achtergesteld.

U zegt als onderbouwing: “Op dit moment is er nog geen uitvoering gegeven aan het besluit van januari 2017.”

Hoe komt u er bij? Onwaar. De uitvoering hiervan loopt; clubs kregen in 2017 een gewenningsjaar zonder wijzigingen en krijgen in 2018 te maken met de eerste verlaging van de gebruiksvergoedingen en anderzijds verlaging van de te betalen huren. Er is gewerkt aan doorvoeren van duurzaamheidsmaatregelen in nauw overleg met de clubs, kortom: het Harmonisatiebesluit is in werking.

U zegt:

“Het afgelopen jaar hebben we de sportharmonisatie zien vastlopen, wat geleid heeft tot 2 clubs zonder contract.”

Ik laat de constatering aan u, echter 2 clubs zonder contract klopt niet. Er ligt voor alle stichtingen en clubs een contract gereed, gebaseerd op niets anders dan de feiten en de clubs spelen op onze velden. Dat er nog geen handtekening staat is heel wat anders. Clubs hebben nog vragen op gebied van duurzaamheid, 3e velden en btw. Die beantwoorden wij netjes en het zetten van een handtekening is geen doel op zich.

U stelt: “… geleid tot ontevredenheid over BTW afhandeling”

Tja, dit ligt ook zeker een beetje buiten de invloedssfeer van dit college. Dit zijn wetswijzigingen en die zijn zoals ze zijn. Per 2019 is het verboden om btw te verrekenen. Er ligt vanuit het college een compensatievoorstel van 35.000 euro voor de clubs die hiermee te maken hebben, want niet alle clubs verrekenden de btw.

Ik meld u tevens graag dat er een RIB in het Raadsinformatiesysteem is opgenomen, waarin helder gemaakt is hoe de gelden van de sport er de afgelopen jaren uitzien. Ik kan u vertellen dat er, in vergelijk met 2014 inmiddels in 2018 20% meer geld aan sport wordt uitgegeven.

En de laatste onwaarheid: “er is zelfs een rechtszaak.”

Deze is wel aangekondigd maar daar is bij het college nog niets over bekend.

Tot zover uw ‘ onderbouwing’, die ik hiermee heb genuanceerd.

Het laatste wat ik zei was dat er voor het terugdraaien van enig besluit met mijn uitleg van zojuist, geen aanleiding is, zonder nieuwe feiten. En die zijn er niet. Het is een herhaling van zetten.
Het terugdraaien van grotere gelden die naar Reeuwijkse clubs gaan, is voor hen vervelend, maar voor andere clubs noodzakelijk. En wie iets vervelend vindt probeert er onder uit te komen, dat is wellicht niet eens zo raar.

Maar van een gemeenteraad verwachten inwoners bestuurlijk juiste besluiten over belastinggelden. En ik weet dat zij ook een broertje dood hebben aan goedkope verkiezings-stunten, dus laten we met elkaar vaststellen dat het wellicht goed was om het eea even te bepraten, maar dat er nu doorgezet moet worden door het nieuwe college op een robuuste, vooral gelijkwaardige toekomst voor alle sportverenigingen in onze gefuseerde gemeente.

Voorzitter, ik dank de partijen waarvan het college brede steun ervaart en het zal dan ook duidelijk zijn dat ik namens het college adviseer om het voorstel niet aan te nemen.

Tot zover de verklaring van wethouder Leijendekkers.

Deze oppositiepartijen hebben een jaar lang niets gedaan of gezegd, komen nu 4 weken voor de verkiezingen met een voorstel om het beluit van januari 2017 helemaal terug te draaien, terwijl zij nimmer enige poging hebben gedaan om de opdracht die aan het college is gegeven, ook door hen, ook maar enigszins aan te passen. Het lijkt toch wel erg op misplaatste verkiezingsretoriek.

Persbericht Burger Belangen Bodegraven-Reeuwijk

Advertentie

blank

blank

blank

blank

blank

blank