Gymleraar Jan Folsche 40 jaar in het vak, een leven lang bewegen

blank

In de sporthal waar hij al jarenlang lesgeeft, kijkt Jan Folsche met trots terug op zijn tot nu toe 40-jarige loopbaan als gymleraar.. “Ik ken bijna iedereen hier nog van naam, en anders wel van gezicht. En dat maakt het juist zo mooi. “Er zijn generaties voorbijgekomen. Soms sta ik nu tegenover het kind van een oud-leerling. Dan denk ik: ja, ik word ouder, maar dat hoort erbij,” zegt hij met een glimlach.

blank


Hoe het allemaal begon

Jan’s liefde voor het vak begon in 1984, toen hij afstudeerde aan de CALO in Arnhem. Jan kwam in Bodegraven terecht dankzij een bijzondere samenloop van omstandigheden. Nadat hij enige tijd in het speciaal onderwijs in Ede had gewerkt, hoorde de moeder van een goede vriend dat er op De Goede Herderschool in Bodegraven een vacature openstond voor een gymleraar. Ze wees Jan op de kans, en niet veel later besloot hij te solliciteren. “Ik mocht een proefles geven, en dat voelde meteen goed,” vertelt hij. “De klik met de kinderen, de sfeer, de school alles klopte. Zo is mijn avontuur in Bodegraven begonnen, en ik ben er eigenlijk nooit meer weggegaan.”

Tijdens mijn eerste proefles zat er een meisje in een rolstoel in de klas. “Ik heb haar mee laten doen met wat ze kon. Dat moment vergeet ik nooit meer het liet zien wat ik belangrijk vind in dit werk: dat iedereen mee kan doen.”

Altijd sportief gebleven

Naast zijn werk als gymleraar is Jan altijd een sportliefhebber gebleven. Hij speelde jarenlang als linker middenvelder bij DTS’35 uit Ede, op tweede klasse-niveau. “Een mooi niveau, fanatiek genoeg om scherp te blijven,” vertelt hij trots. Ook fietsen, schaatsen en hardlopen maakten altijd deel uit van zijn leven. “Ik hoef nergens de beste in te zijn, als ik maar in beweging blijf. Dat is de tragiek én de kracht van de allrounder: overal goed in, nergens de beste. Maar dat past precies bij mij.”

Hij merkt wel dat het lichaam soms wat meer rust vraagt – een stijve knie na een drukke gymochtend of een dagje langer herstel na een sportdag. “Maar dat hoort erbij. Ik tel vooral mijn zegeningen. Ik mag elke dag iets doen wat ik écht leuk vind, met kinderen die mij nog steeds weten te verrassen en aan het lachen te maken. Dat is wat mij jong houdt.”

blank

De gymles door de jaren heen

De gymlessen zijn in de loop der jaren flink veranderd. Waar apenkooien vroeger zeer populair was is dit de laatste jaren verboden door de kans op ongevallen. Nu werken we met lagere routes en meer tussenstations met sportuitdagingen. Kinderen zijn sneller afgeleid, dus korte blokken werken beter – meer actie, minder wachttijd.”

Hij ziet dat de conditie van kinderen gemiddeld iets lager ligt dan vroeger, maar dat hun vaardigheden op andere vlakken juist toenemen. “Door trampolines in de tuin kunnen sommige kinderen salto’s waar ik zelf jaloers op ben,” zegt hij lachend. Weg achter het scherm en juist lekker buiten spelen. Een trampoline helpt hier al heel erg bij.”

Schoolkampen vol avontuur

Een groot hoofdstuk in Jan zijn loopbaan zijn de talloze schoolkampen waaraan hij deelnam. “Ik ben de tel een beetje kwijt, maar het moeten er zo’n zeventig zijn geweest,” vertelt hij met een glimlach. “Van kampen in de stromende regen tot dagenlang dertig graden, we hebben alles meegemaakt.”

Of het nu ging om levend stratego, nachtelijke speurtochten of waterspellen tijdens een hittegolf: de energie van de kinderen maakte elk kamp bijzonder. “Er werd weinig geslapen, veel gelachen en vooral heel veel beleefd. Dat zijn de momenten waarop je kinderen écht leert kennen – niet als leerling, maar als mens.”

Een leven lang bewegen

Sindsdien heeft Jan letterlijk duizenden kinderen leren bewegen – van de eerste koprol tot een salto op de trampoline. Zijn missie is simpel: kinderen plezier laten beleven aan bewegen. “Het mooiste is als een kind dat wat stiller is of onzeker, tijdens de gymles even kan schitteren. Dat ze merken: hé, dit kan ik! Dat gevoel nemen ze mee, ook buiten de zaal.”

blank
Foto uit 1992 van Jan Folsche

Leraar én fysiotherapeut

Naast zijn werk als gymleraar is Jan al meer dan dertig jaar actief als fysiotherapeut. Die combinatie houdt hem scherp. “Ik zie de beweging van kinderen niet alleen als leraar, maar ook als zorgprofessional. Dat helpt bij blessurepreventie en bij het herkennen van motorische achterstanden.” Zijn weken zijn goed gevuld: drie dagen les op vier scholen en twee dagen fysiotherapie. “Het is druk, maar ik krijg er energie van. Zolang ik fit blijf, wil ik nog wel een paar jaar doorgaan.”

De piepjestest

De piepjestest is voor veel leerlingen hét moment van het jaar waarop ze zichzelf willen overtreffen – en voor Jan altijd een leuke graadmeter van inzet en doorzettingsvermogen. “Het is niet alleen een conditietest, maar ook een stukje karaktervorming,” zegt hij. In al die jaren zag hij veel fanatieke leerlingen, maar sommige prestaties bleven hem echt bij.

Zo herinnert hij zich nog goed hoe T. vd W. de absolute topper van Bodegraven werd met maar liefst trap 12, een niveau dat zelden gehaald wordt. “En er waren er nog een paar die trap 11 aantikten – dat is indrukwekkend voor die leeftijd,” vertelt Jan trots. “Maar wat ik minstens zo mooi vind, is dat ieder kind probeert net dat ene piepje verder te halen dan de vorige keer. Daar gaat het uiteindelijk om.”

Een onvergetelijke les

Sommige lessen blijven Jan voor altijd bij. Eén daarvan was een bijzondere gymles met een jongen uit Afghanistan. “Hij was een jaar of elf, twaalf, net nieuw in Nederland,” vertelt Jan. “Tijdens een van de lessen pakte hij een cricketbat en begon te slaan met een souplesse en precisie die ik zelden had gezien. Het bleek dat hij in Kabul op straat altijd cricket had gespeeld — dat was zijn sport, zijn wereld.”

Voor Jan was het een indrukwekkend moment. Niet alleen door de vaardigheid van de jongen, maar vooral door de emotie erachter. “Je zag in die paar minuten zoveel trots, concentratie en plezier. Voor hem was het een stukje thuis, en voor de klas een les in wat sport kan betekenen: verbinden, herkennen en waarderen waar iemand vandaan komt.”

Veertig jaar op dezelfde plek

Na veertig jaar in het vak is Jan nog altijd met dezelfde bevlogenheid te vinden in de sportzalen van Bodegraven. Waar het ooit begon bij De Goede Herderschool, inmiddels de Wereldweijde is geworden, op dezelfde locatie waar zijn loopbaan ooit startte. “Dat maakt het extra bijzonder,” vertelt hij met een glimlach. “Soms loop ik de zaal in en denk ik: hier stond ik veertig jaar geleden ook, alleen met wat meer haar.”

In die vier decennia heeft hij talloze kinderen leren bewegen, zien groeien en zien terugkeren als ouders van nieuwe leerlingen. “Het mooiste is dat ik nog steeds geniet van elk uur met de kinderen. De energie, het plezier – dat houdt mij jong. En zolang ik fit blijf, blijf ik dit met liefde doen.”

Nog lang niet klaar voor pensioen

Hoewel het pensioen inmiddels in zicht komt, denkt Jan nog lang niet aan stoppen. “Ik hoop het nog jaren vol te houden,” zegt hij. “Zolang ik gezond blijf en de energie heb om met de kinderen te bewegen, blijf ik dit met plezier doen.”

Dankbaar en trots

Met bijna zeventig schoolkampen achter de rug, talloze sportdagen, lachbuien en applausmomenten kijkt Jan met trots en dankbaarheid terug. “Het is een voorrecht om kinderen iets te leren dat ze hun hele leven meenemen. Als ik zie hoe ze groeien – letterlijk en figuurlijk, dan weet ik dat ik het mooiste vak van de wereld heb.”

blank

Advertentie

blank

blank

blank

blank

blank