Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden maakt bekend dat er vanaf maandag 18 juli 12:00 uur een vaarverbod ingaat voor pleziervaartuigen in de Leidsche Rijn tussen de Haanwijkersluis in Harmelen en het Amsterdam-Rijnkanaal. Ook wordt de sluis in Bodegraven beperkt geschut. Deze maatregelen zijn nodig vanwege de aanvoer van extra zoetwater naar het westen van het land.
De maatregelen blijven een aantal weken van kracht. De sluis in Bodegraven wordt tot die tijd om 10:00 uur, 12:00 uur, 16:00 uur en 19:00 uur eenmalig op- en afgeschut. Andere gevolgen voor de scheepvaart omvatten verhoogde waterpeilen en stroomsnelheden, en lagere doorvaarthoogtes.
Waarom?
Normaal gesproken krijgt het westen van Nederland genoeg zoet water via de Hollandse IJssel.
Als de afvoer van de Rijn onder de 1.100 m3/per seconde komt, kan zilt water vanuit de Noordzee via de Nieuwe Waterweg door gebrek aan tegendruk, verder de Hollandse IJssel instromen, soms tot aan Gouda. Dit is het punt waar normaal gesproken 25 m3/per seconde wordt ingelaten.
In tijden van extreme droogte raakt dit innamepunt verzilt door de lage rivierwaterafvoer. Het verzilte water is onder meer schadelijk voor de natuur en teelt van bollen, fruit, bomen en groente. In dat geval wordt de Klimaatbestendige Water Aanvoer (KWA) in werking gesteld; via drie alternatieve aanvoerroutes wordt zoet water vanuit het Amsterdam-Rijnkanaal en de Lek naar West-Nederland gevoerd. Eén daarvan is de route Leidsche Rijn – Oude Rijn. Uiteindelijk komen de drie routes samen in de Oude Rijn.
