Ze komt net terug van jeugdcentrum De Zon, dat ze met andere vrijwilligers heeft opgeruimd. De voorbereidingen voor de Vakantiespelen zijn getroffen en alles is nu verplaatst naar het veld. “Ik denk altijd ‘wow’, als dat veld er weer staat”. In haar groene ‘Vakantiespelen shirt’ is ze naar Rijngaarde, waar ze werkt, gekomen voor het interview. De ReBo-er van deze week is: Esmée Hensen.
Naam: Esmée Hensen
Leeftijd: 22
Woonsituatie: In Bodegraven op kamers, met huisgenoten
1. Waar kennen mensen jou van?
“Dat kan van verschillende plekken zijn. Van de Vakantiespelen, als vrijwilliger van de scouting, de brandweer en ik werk als sociaal makelaar bij SAM Welzijn, daardoor breid je je netwerk ook wel erg uit.” Ook is ze als sociaal makelaar verantwoordelijk voor het project Huisbezoek 70+ en de Vrijwilligerscentrale.
Over twee jaar hoop ik voor het ‘echie’ mee te toen, dat was altijd mijn meisjesdroom.
2. Wat doe je nu in het dagelijks leven?
“Mijn dagen zijn wisselend, ik werk drie dagen in de week bij SAM Welzijn en geef af en toe een rondleiding in museum Villa Zebra, in Rotterdam. Binnenkort ga ik weer bij scouting Bolaro beginnen en iets bij de brandweer doen. Ik help daar nu als begeleiding van de jeugdbrandweer en doe donderdagavond een cursus. Over twee jaar hoop ik voor het ‘echie’ mee te doen bij de brandweer, dat was altijd mijn meisjesdroom.”
3. Wat bindt jou aan Bodegraven-Reeuwijk?
“Eigenlijk veel te veel”, grapt ze. “Ik ben een jaar weggeweest naar Rotterdam, een superleuke stad, maar dan ging ik nog steeds terug omdat ik moest werken in Bodegraven. Ook ging ik naar scouting Bolaro en je wilt je vrienden zien. Ik ga weer bij de scouting dingen organiseren voor kinderen en activiteiten bedenken. Ook help ik bij de Vakantiespelen, daar ben je in principe het hele jaar mee bezig. En mijn werk als sociaal makelaar bij SAM, dat is ook heel leuk.”
4. Waar heb je goede herinneringen aan?
“De mooiste herinnering is toch wel de Vakantiespelen, omdat ik er nu ook mee bezig ben is dat nu ook gelijk wat in me opkomt, de herinneringen en het eindvuur.”
5. Welke (nieuws) gebeurtenis in Bodegraven-Reeuwijk is je het meest bijgebleven?
“Ik kijk altijd heel veel terug, maar er zijn zoveel dingen die je hier meemaakt; de Vakantiespelen, vrijwilliger zijn bij de Zon als tiener, eigenlijk alles wat ik doe.”
6. Welke persoon inspireert jou uit Bodegraven-Reeuwijk?
“Ik vind dat lastig om één persoon te noemen, er zijn veel mensen die me inspireren. Mijn broertje is wel echt een inspiratiebron. Hij heeft Cerebrale Parese, hij had zuurstoftekort bij de geboorte. Het meeste gaat voor hem wat lastiger dan voor anderen, maar hij doet alles met een lach.”
“Zo’n klein dorp en ik kom er bijna niet uit!”
7. Waar kom je graag/favoriete plekken?
“Ik zit eigenlijk altijd met vrienden bij de Munt, verder voelt de Vakantiespelen als thuiskomen. Ik denk altijd ‘wow’ als dat veld er weer staat. Ook bij mijn ouders, de scouting en bij mijn oma die hier woont, ik voel me best wel thuis in Bodegraven. Ik zou willen dat het minder was!” lacht ze. “Zo’n klein dorp en ik kom er bijna niet uit!”
8. Waar word je nu blij van in Bodegraven-Reeuwijk?
“Heel veel! Ik word heel blij van vrijwilligers, ik werk daar ook veel mee. Dat is heel tof. Ik word van heel veel blij, mensen die hun best doen, het theater bij de Vakantiespelen, maar ook van lekker eten, muziek, blije kindergezichtjes, de brandweer.. Alles wat ik op dit moment doe is waar ik blij van wordt. Ik maak mijn keuzes zo dat ik eigenlijk altijd doe wat ik leuk vind. Ik kan me niet goed inzetten voor iets wat ik niet leuk vind. Dan stop ik er liever mee dan dat ik er mee doorga. Ik zit op de goede plek, ik heb leuk werk, vrijwilligerswerk en collega’s.”
Hensen leest het script door op de Vakantiespelen voor één van haar optredens
9. Wat mis je in Bodegraven-Reeuwijk?
“Ik vind het lastig te zeggen wat ik mis, ik word overal heel snel blij van. Het enige wat ik zou missen en wel meerderen denk ik, is iets op het gebied van wonen. Voor jongeren en voor ouderen. Maar dat is ook een probleem dat je lastig op kan lossen. Ik woon zelf op een kamer maar zou ook graag een appartement willen. Ik zie ook ouderen die groot wonen en naar iets kleiners willen, maar dat gaat lastig.”
10. Welke inwoner verdient er volgens jou een lintje?
“Mag ik maar één iemand iemand noemen? Meer mag ook? Maar dan ga ik mensen vergeten! Ik wil een lintje voor alle vrijwilligers”, besluit ze te zeggen na een rij van namen genoemd te hebben, die “niet op een hand te tellen zijn”.
11. Denk je dat je ooit zult verhuizen uit Bodegraven-Reeuwijk?
“Ik zie het niet snel gebeuren, maar de kans is er wel. Ik zou bijvoorbeeld wel een jaar naar het buitenland willen. Als er een kans is dan doe ik dat. Maar het zou me niks verbazen als ik hier tot mijn dood ben, al zou ik dat wel een beetje treurig vinden”, lacht ze.
12. Wat zou je veranderen als je burgemeester was?
“Ik wil helemaal geen burgemeester zijn! Als je burgemeester bent kan je niet zomaar met een toverstafje zwaaien, maar als ik een toverfee was zou ik zorgen dat iedereen een fijne woning zou hebben. Ook dat er genoeg hulpverlening is voor iedereen en ook voordat de problemen te erg worden, ingrijpen. Maar ik weet dat dat niet per se een gemeentelijke beslissing is. Wat wel altijd al veel speelt is dat hulpverlening vaak te laat komt. Als je een jongere hebt die psychische problemen begint te krijgen, dan is het belangrijk dat iemand met diegene praat, waardoor andere problemen voorkomen kunnen worden. Eigenlijk zou ik willen dat er zoveel hulpverleners zijn dat iedereen geholpen kan worden en dan van het begin af gaan beginnen, zodat je problemen altijd op tijd aan kunt pakken.”
