Steve en Michel tonen huis in ReBo Woont: Altijd welkom om een spelletje te spelen

Aan De Oude Rijn staat een opvallend wit gebouw, een voormalig pakhuis. Michel (33) woont inmiddels zes jaar op deze locatie, Steve (32) is er na drie jaar bij gekomen. Die laatste heeft zijn wortels in Delft. Eenmaal in de woning leidt een trap naar een open ruimte met veel lichtinval, een keuken, uitzicht op Phoenix en een grote tafel. Daar doen de twee hun verhaal. – Iedere week zal ReBonieuws een inwoner van Bodegraven-Reeuwijk uitlichten. Dit artikel komt tot stand in samenwerking met Karwei en Freek Hypotheek. 




Waarom koos je voor wonen in Bodegraven-Reeuwijk?

Michel: “Ik ben hier geboren.” Op zijn tweede verhuisde hij mee naar Alphen, om op zijn 12e weer naar Bodegraven te komen. “Ik ging toen naar het Antoniuscollege.” Hij verbleef ook in Maastricht, bezocht zelfs Japan en was een tijd in Amersfoort. “Omdat al mijn vrienden en familie hier in Bodegraven wonen, ben ik teruggekomen. Toen was de huizenmarkt gelukkig nog oké. Een paar jaar daarna ben ik Steve tegengekomen” 

Steve: “We leerden elkaar kennen, werden verliefd op elkaar, en toen ben ik hierheen gekomen.” Steve had zelf een huurhuis in Delft. “Michel had een huis waar ik ook al snel verliefd op was.” Steve vond in Gouda soortgelijk werk als in Delft, in het speciaal voortgezet onderwijs. Michel werkt aan de meer bestuurlijke kant van de onderwijsbranche.

“Wat mij heel erg opvalt is dat ze veel veranderen in Bodegraven. De kade is hier aangelegd toen ik hier ben gaan wonen. Ook de markt hebben ze aangepast; de terrasjes hebben ze goed ingericht. Ook als ik zie dat ze de Bouwsteeg gaan verbeteren denk je echt: Bodegraven leeft. Ze willen toch elke keer meegaan met de tijd, verjongen, maar niet het warme gevoel verliezen.”

Hoe is de integratie verlopen in Bodegraven-Reeuwijk?

Michel heeft al veel vrienden en familie in Bodegraven, voor Steve was dit anders. Steve: “In het begin hebben we veel gefietst en gewandeld, om een beetje het dorp te leren kennen. Ik weet nog dat ik me heel erg verbaasde over de Kaaskoningin” lacht hij. “Dat typeert. Het geeft een dorps gevoel, meer eenheid dan in Delft. Daar is het grootser.” Ook een praatje maken bij de groenteboer waardeert Steve. Verder leerde hij mensen kennen door spelletjesavonden bij de inmiddels gesloten Daans Shop.

“Ik vind het mooi dat Phoenix nog die oude fabriek is, maar er wel woningen in zijn gekomen. Het blijft zo zijn charme houden. Het is ook heel leuk dat mensen die langs de Rijn wonen hun huizen verlichten [bijvoorbeeld rond Kerst]. Dat is heel gezellig.”

Michel: “In de zomer doen we een huizenruil met de ouders van Steve. Zij ervaren het echt als een vakantie in Bodegraven.” Het idee ontstond tijdens corona, “en we hebben het erin gehouden.”

Wat is je favoriete plekje thuis en waarom?

Michel: “Ik denk deze eettafel, want wij spelen heel graag bordspelletjes.” Ze zitten er vaak, met “elkaar, vrienden of familie. Regelmatig tot ’s nachts. Beneden hebben we een wand volgebouwd met kasten. Daar zitten allemaal bordspellen in. We willen uiteindelijk bordspelavonden gaan organiseren voor de ReBo-ers. Er is altijd wel animo voor.” Het stel doet een oproep: “Als je zin hebt om een spelletje te spelen, dan ben je welkom! Dat is ook leuk voor mensen die hier net komen wonen.”

Wat vind je nu het leukst in Bodegraven-Reeuwijk?

Steve: “Ik vind eigenlijk mijn thuis het leukst en het fijnst. Op het moment dat ik er in kwam was het nog best leeg. Met spulletjes van mijn oude huisje en spullen die je samen koopt zoals meubels” wordt het ‘eigen’. Michel: “Ook de twee poezen die we samen hebben gekocht brengen eenheid, een soort familie.” Michel noemt tot slot zijn eigen familie en vrienden: “Bodegraven voelt daardoor echt als thuis aan.” Dan vertrekt het stel, op weg naar een groot spelletjesevenement.

Door: Anne van Schothorst

 

Advertentie

blank

blank

blank

blank

blank

blank

blank