Beste mevrouw De Vries, De façade van zorgzaamheid, Met plaatsvervangende schaamte volgde ik op 10 juli de gemeenteraadsvergadering. Op de agenda stond onder meer het vervangen van het bestuur van het Evertshuis. Drie ambtenaren werden naar voren geschoven om — tijdelijk — op het cultureel centrum ‘te letten’. Zodat de deuren niet sluiten. Dat klinkt zorgzaam. Maar niets is minder waar.
In werkelijkheid wordt het Evertshuis langzaam uitgehold en feitelijk overgenomen door de gemeente zelf — onder uw directe aansturing. Niet uit noodzaak, maar uit bestuurlijke drang. Excuses aan de heer Van der Smit, die u stevig in bescherming neemt, maar wat hier gebeurt is geen ongelukkige samenloop van omstandigheden. Het is het gevolg van falend beleid, schadelijke interventies en een bestuurlijke cultuur die inmiddels alle kenmerken van een Evertsgate vertoont.
Wat begon als plannen voor een toekomstbestendig Evertshuis, eindigt in een de facto overname. Een stille coup op cultuur.
Ondergraving van draagvlak
Een vrijwillig bestuur dat zich jarenlang belangeloos inzette, werd structureel tegengewerkt, genegeerd en uiteindelijk beschadigd. Vrijwilligers trokken zich terug. En de directeur — Jackie van der Vlis — die het Evertshuis op de kaart zette en door moeilijke jaren loodste, zag tijdens haar vakantie haar eigen functie als vacature voorbijkomen. Zonder overleg. Zonder waardering. Zonder enig fatsoen.
“Sorry, foutje, had nog niet geplaatst mogen worden,” was het officiële antwoord toen daar vragen over kwamen. Alsof dat het morele onrecht wegneemt.
Evertsgate
U heeft iets voor elkaar gekregen: het laatste culturele fundament van het Evertshuis, misschien wel van onze hele gemeente, is weg. Jackie — verbinder, culturele gangmaker, directeur — vertrok met pijn in het hart. Niet uit falen, integendeel: haar laatste seizoen was het succesvolste ooit. Maar omdat haar positie systematisch werd ondermijnd. Omdat de regie haar uit handen werd genomen. Omdat haar aanwezigheid en visie niet welkom waren in uw beleid.
Net als eerder bij de culturele commissie, die — na herhaaldelijke schoffering en het weigeren louter als ‘vinkje’ op te treden voor uw plannen — uiteindelijk haar subsidie zag ingetrokken worden en daarmee door u persoonlijk op non-actief werd gezet.
Cultuurbeleid of bestuurlijk sloopwerk?
Het Evertshuis bloeide: 18% meer bezoekers, een rijk programma met debatavonden, toneel, dans, herdenkingen, streekfestivals, pubquizzen en muziek. Een plek voor jong en oud, voor expressie en gemeenschap. Wat deed u?
• U zette een terugbetaling van een onhoudbare huurschuld uit 2019 op de agenda — zonder realiteitszin
• U zegde de huurovereenkomst met huurders op, alsof culturele centra leasecontracten zijn
• U hield toegezegde subsidie voor 2025 tegen
• U weigerde herhaaldelijk open overleg
• U stelde een bemiddelaar aan, maar zorgde er tegelijk voor dat er geen onafhankelijk bestuur overbleef om daadwerkelijk mee te bemiddelen
Noem dit beleid, maar het is niets minder dan bestuurlijke ontmanteling.
Van cultureel hart naar gemeentelijke afdeling
En nu? Drie dikbetaalde ambtenaren, zonder democratisch of cultureel mandaat, nemen de plaats in van geëngageerde vrijwilligers. Bestuurlijke neutraliteit is afwezig: zij volgen simpelweg uw instructies. Als keurige soldaatjes, want in die positie brengt u ze nu. Zo is het Evertshuis verworden tot een gemeentelijke afdeling, ook al zegt u dat dit tijdelijk is. Onafhankelijke cultuur in Bodegraven-Reeuwijk bestaat daarmee niet meer.
Wat zegt dat over hoe wij als gemeenschap met cultuur omgaan? En vooral over hoe deze gemeente haar mensen behandelt?
Cultuur is geen bijzaak
Cultuur is geen extraatje. Ze is het kloppend hart van de samenleving: verbinding, verbeelding, reflectie. Cultuur is en moet van de inwoners zijn, niet uw speelbal. De reacties op sociale media zijn glashelder: mensen zijn verdrietig. Boos. Verbijsterd. Ze voelen zich in de steek gelaten. Terecht. U riep als raadslid om burgerparticipatie en ‘right to challenge’. Eenmaal aan de macht toonde u een opmerkelijk ander gezicht.
Waar is uw respect gebleven voor het culturele hart van onze gemeenschap?
Tot slot, aan de heer Van der Smit: Mag ik hopen dat u zich voortaan net zo hard inzet voor ons — de inwoners die zich met hart en ziel voor cultuur inzetten — als voor hen die getroffen worden door een lokale overheid die willens en wetens grenzen overschrijdt. Want toezicht houden, een mandaat dat u namens de inwoners draagt, is niet blind volgen.
Dit gaat niet alleen over Jackie. Dit gaat vooral over hoe wij met elkaar omgaan. Over fatsoen. Over de toekomst. Over cultuur. En vooral: over wat voor gemeente en gemeenschap wij willen zijn.
Leo Dijkmans