Voor Pieter Louw (35) uit Waarder is de brandweer al tien jaar lang als een tweede familie. Op 1 oktober 2015 trad hij in dienst bij de vrijwillige brandweer in Driebruggen en precies tien jaar later kijkt hij terug op een periode vol bijzondere momenten, kameraadschap en betekenisvol werk. “Ik heb er geen dag spijt van gehad,” vertelt Pieter enthousiast.
Hulpverlening zit in zijn bloed
“Zoals iedereen weet, ben ik altijd bezig met hulpverlening. Iets waar ik super enthousiast van word en een goed gevoel van krijg. Het is dankbaar werk, je kunt écht iets betekenen voor mens en dier,” vertelt Pieter. Van jongs af aan had hij al veel interesse in de hulpdiensten, en dat groeide uit tot een vaste rol binnen het korps.
Hoewel hij in Waarder woont en de aanrijtijd iets langer is, is dat voor Pieter geen probleem. “Het is prima te doen. Als het alarm gaat, ben ik er gewoon.” Overdag werkt Pieter als vrachtwagenchauffeur bij Cooltrust / Jocotrans, maar in de avonden en weekenden staat hij paraat voor het korps.
Indrukwekkende incidenten
Sommige incidenten blijven hem altijd bij. “Vooral reanimaties. In een dorp kom je snel bekenden tegen, dat raakt je. Er over praten is belangrijk,” vertelt Pieter. Ook grote branden maken indruk. “De zeer grote brand in Ter Aar staat me nog goed bij. Wij kwamen ter plaatse om andere korpsen te assisteren. De OvD vertelde waar we moesten staan en dan ga je aan de slag. Er waren zoveel brandweerlieden aanwezig — dan zie je pas echt hoe belangrijk goede coördinatie is.”
Ambities voor de toekomst
Pieter kijkt niet alleen terug, maar ook vooruit. “Ja, ik heb zeker ambities. Ik wil graag bevelvoerder worden. Dat is een verantwoordelijke taak, echt een stap hoger, en kost veel tijd. Maar het lijkt me geweldig om die rol te vervullen.”
Tweede familie
Voor Pieter is het korps meer dan alleen een team. “De brandweer is echt een tweede familie. Je maakt veel met elkaar mee, je kan alles bij elkaar kwijt en je helpt elkaar waar nodig. Dat is iets heel bijzonders.”
Na tien jaar is zijn inzet voor de maatschappij nog altijd 100% — en soms misschien zelfs meer. “Ik hoop dit werk nog heel lang te mogen doen. Samen uit, samen thuis.”